Onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam waarschuwen het kabinet over de plannen voor de langdurige zorg. Volgens de onderzoekers kunnen deze plannen in de praktijk negatieve gevolgen hebben voor chronisch zieken en ouderen die thuis zorg nodig hebben. Zorgverzekeraars zouden op prijs inkomen en onvoldoende belang hebben bij het verbeteren van de zorg.
Zoals al langer bekend is, worden zorgverzekeraars verantwoordelijk voor verpleging en verzorging aan huis vanaf 1 januari 2015. Volgens de onderzoekers hebben de zorgverzekeraars te weinig aandacht in hun inkoopbeleid voor kwaliteit. Er zouden daarom aanvullende maatregelen nodig zijn om de kwaliteit te waarborgen zo stellen de onderzoekers.
Geen noodzaak voor kwaliteitsverbetering
Momenteel maken zorgverzekeraars al verlies op de zorg die aan huis geleverd wordt voor chronisch zieken. De huidige regelingen voor compensatie werken nog niet voldoende. Zodra zorgverzekeraars er thuiszorg bij krijgen betekend dit voor hen een strop van 4 miljoen euro. Het compensatiemodel moet daarom worden verbeterd volgens de onderzoekers van de Erasmus Universiteit. Zorgverzekeraars die de beste zorg leveren aan chronisch zieken zullen daarmee verliesgevende klanten aantrekken waardoor het voor de zorgverzekeraars niet interessant is om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. De komende maand zal de Tweede Kamer de zorgplannen van het kabinet bespreken en een besluit nemen.
Inkomensafhankelijke zorgpremie
Een opvallende conclusie is dat de onderzoekers pleiten voor het invoeren van een inkomensafhankelijke zorgpremie. In 2012 zorgde plannen voor een inkomensafhankelijke zorgpremie in het regeerakkoord voor een enorme lading protesten. Volgens de onderzoekers is deze kritiek niet terecht. “Wij pleiten ervoor omdat de basispremie laag wordt, en de lage premies leiden tot meer concurrentie. Daarnaast zou dit een oplossing voor het probleem met wanbetalers zijn. Als het op een andere manier wordt ingevoerd blijven de grote gevolgen voor de koopkracht van mensen uit”, zo meldt één van de onderzoekers Richard Kleef.
Bron: NOS
Last Updated on 10 september 2020 by Rob de Graaf
