De vrees voor het opheffen van het persoonsgebonden budget door zorgverzekeraar is bij de oppositie in de Tweede Kamer groot. Vanaf 2015 zal de verantwoordelijkheid voor langdurige zorg overgeheveld worden naar de zorgverzekeraars. Voorheen werd dit nog vanuit de overheid geregeld.
Eén van de regelingen die de overheid altijd beschikbaar heeft gesteld aan patiënten die gebruik maken van langdurige zorg, is het persoonsgebonden budget. Uit deze buffer worden behandelingen en geneesmiddelen vergoed die door de patiënt zelf zijn aangevraagd. Met de huidige werkwijze van zorgverzekeraars vrezen oppositiepartijen dat het persoonsgebonden budget vanaf 2015 geschiedenis zal zijn. Zorgverzekeraars kopen namelijk steeds scherper in waardoor er met minder zorginstellingen een contract wordt afgesloten. Veel polissen die op het moment worden aangeboden hebben een beperkte keuzevrijheid en ook de meest vrije polissen worden steeds minder vrij. Nu bekend is dat de verpleging van langdurige zieken ook overgeheveld zal worden naar zorgverzekeraars, houdt de oppositie haar hart vast. Zij vrezen dat zorgverzekeraars zullen sleutelen aan het persoonsgebonden budget om zo de winstcijfers niet te temperen.
Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid liet in een reactie weten dat het persoonsgebonden budget zal blijven bestaan. De subsidie zal wel een naamsverandering ondergaan maar zal in principe hetzelfde blijven.De staatssecretaris geeft echter wel aan dat het op lange termijn onrendabel is om langdurig zieken volledige vrijheid te geven betreft het invullen van dit budget. De kosten van het persoonsgebonden budget zijn inmiddels gegroeid naar € 2,7 miljard per jaar.
Last Updated on 5 februari 2020 by Frans Kooning
